Verkeersdiploma
In groep 8 heb ik het verkeersexamen gedaan. Dat wordt door Veilig Verkeer Nederland aan basisschoolleerlingen gegeven.
Het begon met het theoretische verkeersexamen. Hiervoor moest je eerst een aantal verkeersborden, verkeersbegrippen en verkeersafspraken onder de knie hebben, pas dan mocht je aan het theoretische gedeelte beginnen. Bij het examen kreeg je in totaal 25 vragen vanuit de rol als voetganger, passagier en fietser. Als je 16 van de 25 vragen goed had beantwoord, dan was je voor het theoretische gedeelte geslaagd. Op het internet kun je verschillende oefenexamens vinden.
Als je geslaagd was voor het theoretische gedeelte dan mocht je door naar het praktische verkeersexamen. Hierbij word getoetst of je de theorie goed toe kunt passen in het echte verkeer. Tijdens het verkeersexamen fiets je langs een route door je eigen woonomgeving. Er staan vrijwilligers langs de route die aan de hand van een controlelijst beoordelen of het kind de geleerde theorie goed in de praktijk kan toepassen.
Voordat je kon starten met het praktische gedeelte moest eerst je fiets worden gecontroleerd, ook wel de fietscheck genoemd. Pas als de fiets gecontroleerd en veilig was, mocht je aan het praktische examen beginnen. Als je geslaagd was kreeg je het Nationale VVN Verkeersdiploma.
Ik kan mij nog herinneren dat ik hier best tegenop zag, aangezien ik net zo mee moest doen als de rest, en er geen rekening met mijn DCD gehouden werd. Mijn moeder wilde wel als vrijwilliger meehelpen en langs de route gaan staan, zodat ik minder zenuwachtig was, en dat hielp mij ook. Bij de uitslag werd mijn naam als laatste genoemd. Ik was de enige met 3 fouten, wat betekende dat ik gezakt zou zijn. Je mocht namelijk maar 2 fouten op het praktische gedeelte hebben. Ze gingen toen overleggen wat ze zouden gaan doen. Uiteindelijk hebben ze besloten dat ik geslaagd was, omdat ze anders het hele examen voor maar één iemand overnieuw moesten gaan doen en dat wilden ze ook niet. Ik was wel blij met mijn diploma maar het gaf zo wel een dubbel gevoel, want eigenlijk was ik niet geslaagd.
*Naast mijn verbale dyspraxie heb ik ook de motorische dyspraxie (DCD). Op school werd hier geen extra rekening mee gehouden.*